Hoe maak je aardbeienstekken?

Aardbeien in de moestuin stekken

Aardbeien zelf stekken is niet alleen duurzaam, het is ook een ontzettend leuke manier om je tuin of balkon vol te zetten met sterke, smaakvolle planten. In dit artikel laten we je precies zien hoe je dat doet, stap voor stap.

Wat zijn aardbeienstekken eigenlijk?

Aardbeienstekken ontstaan uit de uitlopers die een aardbeiplant vanzelf aanmaakt. Deze uitlopers, ook wel rankers genoemd, vormen op verschillende punten jonge plantjes die vaak al kleine worteltjes hebben. Als je deze op het juiste moment losmaakt en verplant, heb je een nieuwe aardbeienplant. Deze is genetisch identiek aan de moederplant.

De beste tijd om aardbeien te stekken

De ideale maanden om te stekken zijn juli tot en met september. In deze periode zijn de planten volop in groei, is de bodemtemperatuur gunstig en hebben de jonge stekken de meeste kans om zich goed te ontwikkelen. De uitlopers groeien snel en vormen vaak al vanzelf kleine worteltjes, wat het stekken een stuk makkelijker maakt.

Wacht je te lang, dan daalt de temperatuur, worden de dagen korter en is de groeikracht van de plant veel minder. Stekken die laat in het seizoen worden genomen, lopen bovendien een groter risico om niet goed te overwinteren. Te vroeg in het jaar beginnen is ook niet verstandig: de moederplant is dan vaak nog druk bezig met het vormen van bloemen en vruchten, waardoor ze minder energie heeft om sterke uitlopers aan te maken.

Een goede timing is dus echt de sleutel tot succes. Houd daarbij ook rekening met de weersvoorspelling en de conditie van je planten. Zijn er al stevige uitlopers met wortelvorming te zien? Dan is dat het ideale moment om in actie te komen. Wie goed oplet en plant op het juiste moment stekt, legt de basis voor een rijke oogst in het volgende seizoen.

Wat heb je nodig?

Een goede voorbereiding helpt je stekken sneller te laten aanslaan:

  • Schoon en scherp mesje of snoeischaar
  • Potjes of kleine kweekbakjes
  • Luchtige stekgrond of mengsel van potgrond met zand
  • Eventueel: transparante deksel of kasje tegen uitdroging
  • Een sprayflacon

Aardbeien stekken in 6 simpele stappen

  1. Kies een gezonde moederplant. Het liefst een moederplant die dit seizoen goed heeft gedragen en vrij is van schimmel of ziektes.
  2. Zoek een stevige uitloper. Kies een uitloper met al zichtbare wortelknobbeltjes of kleine worteltjes.
  3. Plaats het stekje in een potje met aarde. Laat het nog even vastzitten aan de moederplant. Zo kan het stekje voeding blijven halen.
  4. Druk het stekje licht aan. Zorg voor goed contact met de aarde, maar beschadig het plantje niet.
  5. Houd het vochtig, niet nat. Gebruik bij voorkeur een verstuiver om te bevochtigen zonder te druppen.
  6. Na 2-3 weken: losmaken van de moederplant. Controleer of het stekje goed is geworteld, en knip dan de uitloper los.

Veelgemaakte fouten (en hoe je ze voorkomt)

  • Te vroeg afknippen van de uitloper. Een veelgemaakte fout is het loshalen van de uitloper voordat het stekje voldoende eigen wortels heeft ontwikkeld. Hierdoor is de kans groot dat het plantje niet overleeft. Laat de uitloper minimaal 2 à 3 weken in contact met de aarde staan en trek er zachtjes aan: als je weerstand voelt, zijn er wortels gevormd.
  • Verkeerde grond gebruiken. Aardbeienstekken houden van luchtige, goed drainerende grond. Gebruik je zware kleigrond of potgrond die vocht vasthoudt, dan is de kans op schimmel, wortelrot of verstikking groot. Meng standaard potgrond met zand of perliet om een losser substraat te maken.
  • Slechte hygiëne. Ongewassen handen, een bot mesje of gebruikte potten met oude aarde kunnen schimmels en bacteriën overdragen op kwetsbare stekjes. Maak gereedschap altijd schoon met water en een beetje alcohol en gebruik bij voorkeur nieuwe of goed gereinigde potjes. Werk bij voorkeur op een schone ondergrond om besmetting te voorkomen.
  • Te weinig licht bij het opkweken. Hoewel jonge stekken nog kwetsbaar zijn, hebben ze voldoende licht nodig om sterke wortels en bladeren te vormen. Zet ze op een lichte plek zonder direct middagzon, bijvoorbeeld achter glas op het oosten of westen.
  • Te nat houden. Veel beginnende tuinders geven te veel water. Vocht is nodig, maar de aarde moet nooit drassig aanvoelen. Geef liever kleine beetjes water verspreid over de dag of gebruik een sprayflacon om uitdroging tegen te gaan.

Tips voor gezonde en sterke jonge planten

  • Kies de juiste standplaats. Zet jonge stekken op een lichte plek waar ze veel indirect zonlicht krijgen, bijvoorbeeld bij een raam op het oosten of westen. Vermijd direct middagzon in de eerste weken; dit kan de tere bladeren doen verbranden.
  • Afharden: wennen aan buitenomstandigheden. Laat je stekjes niet ineens buiten in de volle zon staan. Zet ze eerst overdag buiten op een beschutte plek, en haal ze ’s avonds weer naar binnen. Doe dit gedurende een week zodat de planten kunnen wennen aan wind, zon en temperatuurschommelingen.
  • Water geven met beleid. Houd de aarde licht vochtig, maar absoluut niet nat. Jonge wortels hebben zuurstof nodig, en natte grond sluit dat af. Gebruik een waterverstuiver of gietertje met fijne straal en controleer dagelijks met je vinger hoe vochtig de grond is.
  • Voeding en bodemverzorging. Geef de jonge planten na het aanslaan een lichte voeding, bijvoorbeeld biologische vloeibare plantenvoeding verdund met water. Zorg ook dat de potgrond luchtig blijft door af en toe voorzichtig los te maken.
  • Luchten en ventileren. Kweek je de stekken onder een kasje of afdekking? Zet deze dan dagelijks even open zodat de lucht kan circuleren. Stilstaande vochtige lucht vergroot de kans op schimmelvorming.
  • Let op plagen. Slakken, rouwvliegjes of bladluizen kunnen jonge plantjes snel aantasten. Controleer regelmatig en neem indien nodig ecologische maatregelen zoals kopertape.

Experimenteren met aardbeienstekken

Bij Plantologie houden we van ontdekken. Wist je dat je aardbeienstekken ook kunt wortelen in water? Of dat hydrokorrels in een kas verrassend goede resultaten geven? Experimenteer gerust, vooral met doordragende soorten. Noteer je bevindingen, zo leer je je planten echt kennen.

Ecologisch vermeerderen = natuurlijk sterker

Door zelf te stekken vermijd je plastic potjes, overbodige transporten en chemische behandelingen. Kies voor stekgrond zonder turf, werk met compost en combineer je aardbeienbed met kruiden of bloemen voor meer biodiversiteit. Denk aan afrikaantjes tegen aaltjes of borage voor bijen.

Veelgestelde vragen

Kun je aardbeienstekken overhouden tot het voorjaar?

Stekken van de aardbei kun je overhouden tot het voorjaar, mits je ze vorstvrij laat overwinteren. Zet ze bijvoorbeeld in een onverwarmde serre of koude kas.

Moet ik de moederplant behouden?

Het is niet nodig om de moederplant te behouden. Na 3 jaar daalt de opbrengst van een aardbei, waardoor het vaak beter is om de plant dan te vervangen.

Hoeveel stekken levert één plant op?

Gemiddeld 3 tot 7 per seizoen, afhankelijk van soort en omstandigheden (zoals de hoeveelheid zon).

Scroll naar boven