Hoe stek je een fuchsia?

De fuchsia is een bekende verschijning in biodiverse tuinen en voedselbossen: rijkbloeiend, sierlijk én verrassend makkelijk te vermeerderen. Door te stekken kun je van één plant meerdere nieuwe exemplaren maken, ideaal als je je favoriete soort wilt vermeerderen of eentje cadeau wilt geven. Stekken is bovendien leuk, leerzaam en veel eenvoudiger dan je misschien denkt. In dit artikel leggen we stap voor stap uit hoe je een fuchsia stekt, wanneer je dat het beste kunt doen en waar je op moet letten voor het beste resultaat.

Wanneer kun je het beste een fuchsia stekken?

De beste momenten om fuchsia’s te stekken zijn het voorjaar (maart tot mei) en de nazomer (augustus tot september). In deze perioden zijn de planten actief in groei, maar nog niet in rust. De temperatuur en lichtomstandigheden zijn dan ideaal voor een snelle wortelontwikkeling. Vermijd stekken in de winter of bij koude nachten: dit vertraagt het proces of zorgt ervoor dat de stekken gaan rotten.

Welke materialen heb je nodig?

Om succesvol te kunnen stekken, heb je het volgende nodig:

• Een schone, scherpe snoeischaar of mesje
• Luchtige stekgrond of een mengsel van turf en zand
• Kleine potjes of stektrays
• (Optioneel) stekpoeder om wortelvorming te bevorderen
• Een plastic zakje of kweekkap om een hoge luchtvochtigheid te creëren
• Een plantenspuit of gieter

Welke soorten fuchsia kun je stekken?

Zowel winterharde als niet-winterharde fuchsia’s kun je eenvoudig vermeerderen via stek. Ook maakt het niet uit of je een struikvorm, stamfuchsia of hangfuchsia hebt: de stekmethode is vrijwel gelijk. Enkelbloemige en dubbelbloemige variëteiten kun je op dezelfde manier stekken, al zijn dubbelbloemige rassen vaak wat kwetsbaarder en iets gevoeliger voor rot.

Bijzondere cultivars of soorten die moeilijk verkrijgbaar zijn in het tuincentrum zijn vaak alleen via stek te vermeerderen. Let bij niet-winterharde soorten goed op de overwintering: deze stekken moeten op een vorstvrije plek blijven staan. Bij stamfuchsia’s is het extra belangrijk om jonge, niet-verhoute scheuten uit de kroon te kiezen, zodat je de specifieke groeivorm behoudt.

Stappenplan: fuchsia stekken in 7 stappen

1. Kies een jonge, gezonde scheut van ongeveer 8–10 cm lang. Gebruik bij voorkeur een scheut zonder bloemknoppen. Deze jonge topgroei is nog soepel en groeit gemakkelijker uit tot een sterke plant.
2. Snijd de stek schuin af, vlak onder een bladknoop. Gebruik hiervoor een schoon en scherp mesje of een snoeischaar. Een schuine snede vergroot het oppervlak waar wortels kunnen ontstaan.
3. Verwijder de onderste bladeren, zodat je stek niet onnodig vocht verliest en er ruimte is om het stekdeel in de grond te steken. Laat bovenaan twee tot drie blaadjes zitten voor de fotosynthese.
4. (Optioneel): Doop het uiteinde van de stek in stekpoeder. Dit helpt schimmels te weren en stimuleert snellere wortelvorming, vooral bij soorten die wat trager wortelen.
5. Steek de stek in vochtige, luchtige stekgrond (bijvoorbeeld een mengsel van turf en zand) en druk voorzichtig aan. Zorg dat het onderste deel met minstens één bladknoop in de grond zit.
6. Zet het potje op een lichte plek, maar niet in direct zonlicht. Een temperatuur tussen de 18 en 22 °C is ideaal. Zet de stek liever niet op de vensterbank boven de verwarming, dat droogt te snel uit.
7. Dek de stek af met een plastic zakje of gebruik een kweekkap om de luchtvochtigheid hoog te houden. Laat wel af en toe lucht binnen om schimmelvorming te voorkomen. Houd de grond licht vochtig met een plantenspuit, maar niet nat.

Hoe weet je of je fuchsiastek wortels heeft?

Na ongeveer twee tot vier weken merk je dat de stek weerstand biedt als je er zachtjes aan trekt. Dat is een teken dat er wortels gevormd zijn. Soms zie je ook wortels via de onderkant van het potje. Als de plant nieuwe blaadjes vormt, weet je zeker dat de stek is aangeslagen.

Wat doe je na het stekken?

Zodra de stek voldoende geworteld is, kun je deze overzetten in een iets grotere pot. Laat de jonge fuchsia daarna geleidelijk wennen aan buitenomstandigheden door haar eerst overdag buiten te zetten en ’s nachts binnen te houden. Na enkele weken kun je de plant uitplanten in de tuin of in een grotere pot. Bescherm jonge fuchsia’s tegen kou en wacht met uitplanten tot na de IJsheiligen (half mei).

Veelvoorkomende fouten bij fuchsia stekken

• Gebruik van te houtige of bloeiende scheuten: deze wortelen minder goed omdat ze al in een latere groeifase zitten. Kies altijd voor jonge, niet-bloeiende toppen.
• Verkeerde grondsoort: een te natte of dichte grond belemmert de zuurstofvoorziening bij de wortels en vergroot de kans op wortelrot. Gebruik liever luchtige stekgrond.
• Onvoldoende luchtcirculatie: een afgesloten kweekkap zonder ventilatie veroorzaakt snel schimmel. Zet de kap af en toe op een kier voor frisse lucht.
• Te droog houden: zonder voldoende vocht droogt de stek uit nog vóór wortelvorming. Houd de grond constant licht vochtig.
• Blootstelling aan direct zonlicht: jonge stekken zijn gevoelig voor verbranding. Zet ze op een lichte plek, maar uit de felle zon.

Door op deze punten te letten geef je je stekken de beste kans om gezond en sterk uit te groeien tot een volwassen fuchsia.

Veelgestelde vragen over het stekken van fuchsia