Vogels voeren is een prachtige manier om tuinvogels te helpen én van dichtbij te genieten van hun aanwezigheid. Maar als er opeens muizen, ratten of duiven verschijnen, is de lol er snel af. Gelukkig kun je met de juiste aanpak het voeren van vogels goed combineren met het voorkomen van ongedierte. In dit artikel lees je hoe je dat aanpakt.
Waarom ongedierte op vogelvoer afkomt
Vogelvoer is rijk aan vetten, zaden en granen, precies waar knaagdieren en grote vogels dol op zijn. Wanneer er voer op de grond valt of ’s nachts blijft liggen, is dat een uitnodiging voor muizen, ratten en ongewenste vogels zoals duiven en eksters. Dit kan leiden tot overlast, onhygiënische situaties en zelfs gezondheidsrisico’s.
Kies het juiste soort vogelvoer
Het soort voer dat je kiest, maakt een groot verschil in hoeveel er gemorst wordt én hoe aantrekkelijk het is voor ongewenste dieren.
- Gebruik bij voorkeur vetblokken, mezenbollen zonder netje en pindakaaspotten in een speciale houder. Deze zijn compact, hangen hoog en laten weinig resten achter, waardoor ze minder aantrekkelijk zijn voor muizen en ratten.
- Vermijd het strooien van losse zaden of mengsels met veel schilletjes en kleine stukjes. Deze vallen vaak op de grond, waar ze niet alleen vogels aantrekken, maar ook knaagdieren en grotere vogelsoorten zoals duiven en kraaien.
- Geef liever kleine porties die binnen één dag opgegeten worden. Dat voorkomt dat er restjes blijven liggen en maakt het voeren ook beter afgestemd op wat vogels daadwerkelijk nodig hebben.
Ga verstandig om met de voederplek
Gebruik voedersystemen die morsen voorkomen
Een slimme opstelling van je voederplek helpt om ongedierte te weren. Kies daarom voor voedersystemen die verspilling beperken en lastige toegang bieden voor ongewenste gasten.
- Hang voedersilo’s op met een opvangschaaltje of rand, zodat gevallen zaden opgevangen worden en niet op de grond belanden.
- Gebruik stevige voederhuisjes waarbij het voer beschermd ligt en niet bij het minste zuchtje wind op de grond valt.
- Plaats voederplekken altijd op hoogte, bij voorkeur op minimaal 1,5 meter van de grond, zodat muizen en ratten er moeilijk bij kunnen.
- Monteer voedersystemen op een gladde paal of buis waar knaagdieren niet tegenop kunnen klimmen.
- Kies een open en overzichtelijke plek in de tuin. Knaagdieren vermijden doorgaans plekken waar ze zich niet kunnen verschuilen en gemakkelijk gezien worden, bijvoorbeeld door roofvogels of mensen.
Denk ook aan vogels die graag op de grond eten
Sommige vogels, zoals merels, roodborstjes en heggenmussen, eten het liefst van de grond. Je kunt deze soorten toch veilig voeren:
- Leg het voer op een open plek, ver van dichte struiken of muizengangen.
- Gebruik een vlakke schaal en geef slechts kleine porties.
- Ruim restjes na een paar uur op, vooral bij nat weer.
Hygiëne en schoonhouden
Een schone voederplek is niet alleen belangrijk voor de gezondheid van de vogels, maar helpt ook om ongedierte op afstand te houden. Geursporen, voedselresten en vervuilde oppervlakken trekken muizen, ratten en andere ongewenste dieren aan.
- Veeg dagelijks gemorst voer op en verwijder oude restjes onder voedertafels en silo’s. Zo blijft de plek schoon en onaantrekkelijk voor knaagdieren.
- Reinig voedersilo’s en -huisjes wekelijks met heet water, zeker in natte of warme perioden waarin schimmels en bacteriën zich sneller ontwikkelen. Gebruik bij voorkeur geen agressieve schoonmaakmiddelen die schadelijk kunnen zijn voor vogels.
- Schoon drinkwater is belangrijk. Maak drinkschalen en waterbakjes minstens één tot twee keer per week schoon en ververs het water regelmatig. Vervuild water kan ziektes verspreiden onder vogels en trekt ook muggen en vliegen aan.
Bewaar vogelvoer veilig
De manier waarop je vogelvoer bewaart, speelt een grote rol in het voorkomen van ongedierte. Een goed afgesloten voorraad voorkomt dat muizen of ratten zich nestelen in je schuurtje of voorraadkast.
- Bewaar vogelvoer altijd in een afgesloten bak van hard plastic of glas. Deze materialen zijn stevig en kunnen niet worden doorgeknaagd.
- Laat het voer nooit in de originele papieren of plastic zak zitten. Deze zijn vaak makkelijk door te bijten en vormen een aantrekkelijke ingang voor muizen.
- Zorg dat de voorraad op een droge en koele plek staat, bij voorkeur op een verhoogd rek of plank en niet direct op de grond.
- Controleer regelmatig op sporen van knaagdieren en houd ook de opslagruimte schoon. Zo voorkom je dat ongedierte zich hier vestigt.
Veelgestelde vragen over het voorkomen van ongedierte bij vogelvoer
Waarom komen er muizen en ratten op vogelvoer af?
Muizen en ratten worden aangetrokken door vogelvoer dat makkelijk bereikbaar is, vooral als het op de grond ligt of ’s nachts blijft liggen. Ze zoeken vet- en graanrijke voeding, die ze in overvloed vinden bij voederplekken.
Hoe kan ik merels veilig voeren zonder knaagdieren aan te trekken?
Merels kun je veilig voeren door kleine porties op een schaal aan te bieden op een open plek. Geef niet meer dan ze binnen een paar uur opeten en verwijder restjes op tijd. Zo blijft er niets achter voor ongewenste bezoekers.
Helpt het om ’s avonds geen voer meer buiten te laten hangen?
Ratten en muizen zijn vooral ’s nachts actief. Door ’s avonds voedersilo’s leeg te maken of af te dekken, maak je de plek onaantrekkelijk voor knaagdieren.
Welk soort vogelvoer geeft de minste overlast?
Voer dat niet snel op de grond belandt en weinig afval geeft, zoals vetblokken, mezenbollen zonder netje en pindakaaspotten in houders, geeft de minste kans op overlast. Ook geperste zaden blijven beter op hun plek.
Moet ik voedersilo’s en drinkbakjes echt schoonmaken?
Voedersilo’s kunnen schimmels en bacteriën bevatten als ze niet schoon zijn. Door wekelijks schoon te maken met heet water voorkom je ziektes bij vogels én beperk je geursporen die ongedierte aantrekken.



