In Nederland worden jaarlijks honderdduizenden dieren doodgereden. Niet alleen grote dieren zoals reeën en dassen, maar vooral ook egels, eenden, vossen en talloze kleinere soorten zoals marters, amfibieën en vogels. Dit is niet alleen tragisch voor de dieren zelf, maar ook een belangrijk signaal over hoe wij met ons landschap en mobiliteit omgaan. In deze blog leggen we uit waarom deze aantallen zo hoog zijn, welke dieren het meest worden geraakt, en wat we samen kunnen doen om wildaanrijdingen te verminderen.
Hoeveel dieren worden jaarlijks aangereden?
Volgens de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging worden er jaarlijks tussen de 12.000 en 15.000 reeën aangereden in Nederland. Dat is slechts het topje van de ijsberg:
- Egels: naar schatting >100.000 per jaar (Dierenbescherming). Egels zijn vooral kwetsbaar in stedelijke gebieden, waar ze ’s nachts actief zijn en vaak onopgemerkt oversteken.
- Dassen: ongeveer 1.000 tot 1.500 per jaar. Dassen hebben vaste routes en gebruiken vaak dezelfde oversteekplekken, waardoor ze herhaaldelijk slachtoffer worden.
- Wilde zwijnen: rond de 1.000 per jaar, met pieken in gebieden als de Veluwe. Zwijnen trekken vaak in groepen, waardoor een aanrijding meerdere slachtoffers tegelijk kan betekenen.
- Vossen: enkele honderden tot duizenden. Vossen zijn opportunistische jagers en steken vaak wegen over op zoek naar voedsel, vooral ’s nachts.
- Eenden en andere watervogels: tot tienduizenden. Vooral in natte gebieden waar wegen dwars door moerassen en sloten lopen, komen deze dieren vaak in de problemen.
- Totaal: naar schatting ruim 200.000 verkeersslachtoffers per jaar onder wilde dieren. En dat is nog zonder de talloze kleinere slachtoffers zoals amfibieën, marters, egels, uilen, muizen en insecten, waarvan de aantallen nauwelijks geregistreerd worden.
Veel van deze incidenten worden niet gemeld of opgemerkt, vooral bij kleinere dieren. Hierdoor ligt het werkelijke aantal dieren dat jaarlijks het leven laat op Nederlandse wegen vermoedelijk nog veel hoger. Dit maakt het tot een stille ramp voor de biodiversiteit.
Waarom is dit aantal zo hoog?
Er zijn verschillende, deels samenhangende oorzaken voor het hoge aantal aanrijdingen met dieren:
- Versnippering van leefgebieden: Door de aanleg van wegen, dorpen, spoorlijnen en bedrijventerreinen zijn veel natuurgebieden versnipperd geraakt. Wilde dieren die van nature grote gebieden doorkruisen voor voedsel, voortplanting of migratie worden hierdoor gedwongen om gevaarlijke wegen over te steken. Zonder veilige corridors worden deze oversteken fataal.
- Groeiende populaties in een beperkte ruimte: Dankzij beschermingsmaatregelen zijn populaties van onder andere reeën en dassen toegenomen. Dat is positief, maar in combinatie met een steeds krappere leefruimte leidt het tot een hogere dichtheid van dieren in gebieden die grenzen aan wegen. Dit vergroot de kans op botsingen met verkeer aanzienlijk.
- Druk en intensief verkeer: Nederland heeft een van de meest dichtbebouwde en drukst bereden wegennetten ter wereld. Zelfs kleinere wegen in landelijke gebieden worden frequent gebruikt. Hierdoor is er nauwelijks een rustmoment waarop dieren veilig kunnen oversteken.
- Schemering en seizoen: Veel dieren zijn crepusculair (actief tijdens schemering). De ochtend- en avondspits vallen precies samen met deze piekmomenten in dieractiviteit. In de lente en herfst is dit effect nog sterker vanwege de paartijd, migratie en het zoeken naar voedsel voor de winter.
- Ontbreken van veilige oversteekmogelijkheden: In veel gebieden ontbreken voorzieningen zoals faunatunnels, ecoducten of wildrasters. Hierdoor hebben dieren geen andere keus dan het oversteken van gevaarlijke verkeersaders. Zelfs eenvoudige oplossingen zoals lage tunnels of open bermen worden nog te weinig toegepast.
- Lichtvervuiling: Kunstmatige verlichting langs wegen kan het gedrag van dieren verstoren. Sommige soorten worden juist aangetrokken door licht, terwijl andere het vermijden. Dit kan leiden tot desoriëntatie of onverwachte oversteekpogingen. Bovendien verstoort lichtvervuiling het natuurlijke dag-nachtritme van dieren, met negatieve gevolgen voor hun voortplanting en migratiepatronen.
- Onoplettend rijgedrag van automobilisten: Veel aanrijdingen worden mede veroorzaakt door menselijk gedrag. Denk aan het gebruik van mobiele telefoons achter het stuur, te hoge snelheid of onvoldoende afstand houden tot voorliggers. In gebieden waar bekend is dat veel dieren oversteken, kan extra alertheid en aangepaste rijstijl het verschil maken. Bewustwording en verantwoord rijgedrag zijn cruciaal om dierenlevens te sparen.
Wat zijn de gevolgen?
- Dierlijk leed: dieren raken gewond of overlijden vaak niet direct, maar sterven langzaam in de berm, vaak in pijn en zonder hulp. Het gaat niet alleen om individuele dieren, maar om talloze levens die onnodig verloren gaan. Vooral bij egels, dassen, vogels en amfibieën wordt dit leed nauwelijks opgemerkt, laat staan voorkomen.
- Verlies van kwetsbare populaties: in een tijd waarin veel diersoorten al onder druk staan door verlies van leefgebied, klimaatverandering en landbouwintensivering, zijn verkeersslachtoffers een extra bedreiging. Vooral soorten met een lage voortplantingssnelheid, zoals dassen en uilen, kunnen lokaal verdwijnen door aanhoudende aanrijdingen.
- Ecologische impact: het verdwijnen van dieren heeft direct effect op het ecosysteem. Egels helpen bijvoorbeeld bij het bestrijden van plaaginsecten, dassen dragen bij aan het omwoelen van de bodem en vogels verspreiden zaden. Elke doodgereden soort verstoort deze natuurlijke balans.
- Verkeersveiligheid: aanrijdingen met groot wild zoals reeën kunnen ook leiden tot gevaarlijke situaties voor automobilisten, met materiële schade of zelfs letsel tot gevolg. Het is dus niet alleen een probleem voor de natuur, maar ook voor de mens.
- Verhoogde verzekeringskosten: De stijging van het aantal aanrijdingen met dieren heeft ook financiële gevolgen. Meer schadeclaims leiden tot hogere premies voor autoverzekeringen, zeker in regio’s waar veel incidenten plaatsvinden. Ook de herstelkosten aan voertuigen en infrastructuur kunnen flink oplopen. Verkeersongevallen met wild zijn dus niet alleen een ecologisch en moreel probleem, maar drukken ook op onze portemonnee.
Wat kun je doen om dit te voorkomen?
Gelukkig zijn er diverse maatregelen mogelijk, zowel voor overheden als voor particulieren:
Voor overheden en terreinbeheerders
- Ecoducten en faunatunnels: veilige oversteekplaatsen voor zowel groot als klein wild. Ecoducten zijn kostbaar maar uiterst effectief; faunatunnels zijn goedkoper en geschikt voor bijvoorbeeld egels, amfibieën en dassen.
- Wildrasters langs wegen: voorkomen dat dieren plotseling de weg op rennen. Budgetvriendelijke varianten zoals herbruikbare gaasconstructies of houten afrasteringen kunnen een tijdelijk of lokaal alternatief zijn.
- Wilddetectiesystemen: technologie die bestuurders waarschuwt voor naderend wild. Hoewel high-tech varianten duur zijn, bestaan er ook eenvoudige oplossingen met bewegingssensoren en reflectoren die lokaal kunnen worden toegepast.
- Snelheidsverlaging in risicogebieden: vooral tijdens schemering. Tijdelijke snelheidsborden, dynamische displays of het gebruik van seizoensgebonden bebording zijn relatief betaalbaar en kunnen snel worden ingezet.
- Gebruik van natuurlijke barrières: zoals dichte struiken, houtwallen, greppels of hagen langs wegen die dieren ontmoedigen om over te steken. Dit is vaak goedkoper dan hekwerk en draagt bij aan biodiversiteit.
- Ondersteun lokale vrijwilligersgroepen: die monitoring uitvoeren, data verzamelen of zelf eenvoudige oversteekvoorzieningen bouwen. Dit vergroot het bereik van beschermingsmaatregelen zonder grote investeringen.
Wat kun jij zelf doen?
- Egelvriendelijke tuin: laat doorgangen open in schuttingen zodat egels zich vrij kunnen bewegen tussen tuinen. Gebruik geen gif of kunstmest en laat bladeren, takken of composthopen liggen als schuilplaats en overwinteringsplek. Maak eventueel een takkenril van takken uit je tuin.
- Plaats een egelhuis of amfibieënschuilplaats: deze zijn eenvoudig te maken van hout of stenen en bieden bescherming voor egels, padden en kikkers tegen kou, roofdieren en verkeer.
- Meld wildaanrijdingen via apps zoals Wild op de Weg, waarneming.nl of meld het bij je gemeente. Meldingen helpen knelpunten inzichtelijk te maken en verhogen de kans op structurele oplossingen.
- Stimuleer natuurlijke corridors: verbind je tuin of erf met omliggende natuur via hagen, houtwallen, bloemrijke grasstroken en inheemse struiken. Vermijd schuttingen zonder doorgang en kies voor open, groene overgangen en een biodiverse tuin.
- Zorg voor veilige doorgangen op je erf: als je aan een drukke weg woont, overweeg dan lage rasters met doorgangen of buizen onder je inrit, zodat dieren veilig kunnen passeren.
- Gebruik reflectoren of wildspiegels langs kleine wegen: deze goedkope hulpmiddelen kunnen met lichtreflectie dieren afschrikken om over te steken bij aankomend verkeer.
- Ondersteun lokale initiatieven: help mee bij egelopvangcentra, lokale flora- en faunaprojecten of buurtinitiatieven die zich inzetten voor diervriendelijk groenbeheer.
- Praat met je gemeente of wijkbeheerder: pleit voor diervriendelijke inrichting van de openbare ruimte zoals faunatunnels, veilige bermen, ruigtes en egelvriendelijke stoepen.
- Verspreid kennis en bewustwording: deel je ervaringen op sociale media of met buurtgenoten. Kleine tips en voorbeelden kunnen anderen inspireren om ook hun tuin of gedrag aan te passen.
Hert artikel samengevat
Verkeersslachtoffers onder dieren vormen een structureel probleem in Nederland. Met meer dan 200.000 dode dieren per jaar is het geen randverschijnsel meer, maar een stille ramp die zowel onze biodiversiteit als onze samenleving raakt. Het is een teken dat onze infrastructuur en natuurlijke leefomgeving in conflict zijn. De gevolgen zijn ingrijpend: dieren lijden onnodig, kwetsbare populaties nemen af, ecosystemen raken verstoord en ook mensen ondervinden schade, onveiligheid en financiële lasten.
Toch is er perspectief. Door bewustwording, gedragsverandering, slimme infrastructuur én kleine ingrepen op particulier niveau, kunnen we samen een enorm verschil maken. Elke actie telt, van een open tuinschutting tot een politieke stem voor natuurinclusief beleid.