Een haag is meer dan alleen een erfafscheiding. Het is een levend element in je tuin dat privacy biedt, beschutting creëert én bijdraagt aan een biodiverse tuin. Of je nu een groene muur wilt tegen inkijk of juist een bloemrijke haag die vlinders en vogels aantrekt: met dit stappenplan weet je precies waar je op moet letten, van haagkeuze tot aanplant en nazorg.
Kies je haag: de verschillende soorten
Elke haag heeft zijn eigen uitstraling en functie. Wil je vooral privacy? Of juist iets wat bloeit, leeft en voedsel biedt aan insecten en vogels? We raden aan om zoveel mogelijk inheemse struiken te kiezen voor je haag. Dit bevordert de biodiversiteit en draagt écht bij aan de ecologie. Dit zijn de belangrijkste categorieën:
Groenblijvende hagen
Deze soorten behouden het hele jaar hun blad en blijven dus ook in de winter dicht. Ideaal voor privacy en een verzorgde uitstraling.
- Voorbeelden: Taxus, laurier, conifeer, hulst
Bladhoudende hagen
Behoudt bladeren tot diep in de winter, vaak verkleurd. Zorgt voor winterstructuur zonder volledig kaal te zijn.
- Voorbeelden: Beuk (Fagus sylvatica), liguster (deels bladhoudend)
Bladverliezende hagen
Verliezen in de herfst hun blad, maar zijn in de lente en zomer een groene muur vol leven. Vaak beter voor biodiversiteit.
- Voorbeelden: Haagbeuk, meidoorn, vuilboom, hondsroos
Kies je haagplanten op basis van:
- Standplaats (zon/schaduw)
- Bodemtype (klei, zand, nat/droog)
- Snelheid van groei en gewenste hoogte
- Onderhoudsfrequentie en snoeivorm
- Winterhardheid en bladbehoud
- Ecologische waarde voor vogels, bijen en andere dieren
- Bloei, herfstkleur, structuur door het jaar heen
Beste tijd om een haag te planten
De ideale plantmomenten zijn het najaar (oktober of november) en het vroege voorjaar (februari of maart). De grond is dan vochtig, nog niet bevroren en de planten kunnen rustig inwortelen.
Het najaar biedt als voordeel dat planten voor de winter al wat wortels kunnen aanmaken. Hierdoor kunnen ze in het voorjaar sneller opstarten met groeien. In het vroege voorjaar plant je vlak vóór het groeiseizoen, wat ook prima werkt, zolang er voldoende vocht is.
- Blote wortel planten: alleen in rustperiode (najaar tot vroege voorjaar), goedkoper en ecologischer, maar gevoeliger bij droge wind of uitstel van planten.
- Planten in een pot: kunnen het hele jaar door geplant worden, mits het niet vriest of te droog is. Iets duurder, maar makkelijker in gebruik.
Let op: plant niet tijdens droogte, hittegolven, harde wind of als de grond bevroren of te nat is.
Wat heb je nodig?
Een goede voorbereiding bespaart je werk en verhoogt de overlevingskans van je haag:
- Een schep
- Meetlint of rolmaat
- Spanlijn of touw en stokjes
- Compost of tuingrond
- Gieter of tuinslang
- Mulch (zoals houtsnippers of bladeren)
- Tuinhandschoenen
- Kruiwagen of emmers
Stappenplan voor het planten van de haag
- Grond voorbereiden. Verwijder gras en onkruid. Spit de grond minimaal twee steekdiep.
- Grond verbeteren. Meng compost of bodemverbeteraar door de uitgegraven aarde.
- Plantlijn uitzetten. Span een touw op kniehoogte om een rechte lijn te maken.
- Plantgaten of geul graven. Maak de geul 1,5 keer zo breed als de wortelkluit of wortelstok.
- Planten neerzetten. Plaats de planten op gelijke afstand, meestal 3–5 per meter.
- Inplanten. Vul de geul aan met aarde, druk stevig aan zonder de wortels te beschadigen.
- Water geven. Geef royaal water na het planten, en herhaal dit de eerste weken regelmatig.
- Afdekken met mulch. Houd onkruid weg en bescherm de wortels tegen uitdroging.
Veelgemaakte fouten
- Verkeerde plantafstand. Te dicht op elkaar planten leidt tot verstikking, te ver uit elkaar planten zorgt juist voor gaten. Houdt dus de juiste aanbevolen plantafstand aan.
- Geen verbetering van de bodem. Arme of dichte grond belemmert wortelgroei.
- Planten in droge of bevroren grond. Vermindert aanslaan van de haag.
- Vergeten water te geven. Ook in de herfst of lente kan uitdroging optreden.
- Niet controleren op schade. Beschadigde wortels of kluiten kunnen de groei ernstig vertragen.
Nazorg en onderhoud
- Water geven: de eerste 6-8 weken na aanplant moet je regelmatig controleren of de grond vochtig genoeg is.
- Eerste snoei: afhankelijk van soort voer je een lichte vormsnoei na eerste groeispurt uit, dit bevordert vertakking.
- Bemesting: in het voorjaar organische moet je mest geven voor een groeispurt.
- Onkruidvrij houden: vul regelmatig de mulch aan of hark ongewenste planten weg.
- Beschermen tegen vorst of wind: gebruik windbreekgaas of tijdelijke schermen indien nodig.
Ecologische hagen: goed voor tuin én natuur
Kies je voor inheemse soorten zoals meidoorn, haagbeuk of veldesdoorn? Dan profiteer je niet alleen van een sterke, winterharde haag, maar bied je ook voedsel en schuilplaatsen voor vogels, insecten en kleine zoogdieren. Combineer eventueel met bloeiende struiken zoals vlier, buddleja of hondsroos voor een nog grotere meerwaarde. Vermijd bestrijdingsmiddelen, en laat een stukje haag ongemoeid voor overwintering van insecten.
Veelgestelde vragen
Hoe snel groeit mijn haag?
Dat verschilt per soort. Haagbeuk en liguster groeien snel. De taxus en beuk langzamer, maar zijn compacter.
Wanneer moet ik mijn haag snoeien?
Meestal twee keer per jaar: een keer in het voorjaar en nogmaals rond augustus voor de vorm. Controleer wel de snoeitolerantie per soort.
Wat als er een haagplant uitvalt?
Vervang het zo snel mogelijk met een plant van dezelfde soort. In het eerste jaar is er meer kans op uitval, zeker wanneer het droog is. Houdt daarom de aanbevolen perioden voor het planten aan.