Struiken zijn onmisbaar in de meeste tuinen: ze zorgen voor structuur, kleur en vaak ook beschutting of bloemen. Maar soms staat een struik niet op de juiste plek. Misschien groeit hij niet goed, staat hij te veel in de schaduw of wil je de tuin opnieuw indelen. Gelukkig kun je veel soorten struiken met de juiste aanpak prima verplaatsen. In dit artikel leggen we stap voor stap uit hoe je dat doet.
- Waarom zou je een struik willen verplaatsen?
- Kun je elke struik verplaatsen?
- Wanneer kun je het beste een struik verplaatsen?
- Benodigdheden voor het verplaatsen van een struik
- Stappenplan voor het verplaatsen van een struik
- Veelvoorkomende fouten bij het verplaatsen van een struik
- Extra tips voor veelvoorkomende struiksoorten
- Veelgestelde vragen over het verplaatsen van een struik
Waarom zou je een struik willen verplaatsen?
Er zijn meerdere redenen om een struik te verplaatsen:
- Tuinrenovatie of herinrichting: de struik past niet meer bij het ontwerp of moet plaatsmaken voor iets anders.
- Slechte standplaats: de struik krijgt te weinig licht, staat te nat of groeit niet goed in de bodem.
- Overwoekerd door andere planten: wanneer naburige planten te groot worden, kan een kleinere struik het moeilijk krijgen.
- Esthetiek: soms staat een struik gewoon mooier op een andere plek, bijvoorbeeld om meer balans in het tuinbeeld te creëren.
Met een goede voorbereiding en een geschikt moment is het goed mogelijk om een struik met succes te verplaatsen.
Kun je elke struik verplaatsen?
Het verplaatsen van een struik roept vaak de vraag op of dat wel kan zonder de plant te beschadigen. Het goede nieuws is dat de meeste struiken prima te verplaatsen zijn, zolang je rekening houdt met een aantal belangrijke factoren zoals de leeftijd van de struik, de wortelstructuur en het seizoen waarin je dit doet. De volgende richtlijnen helpen je om in te schatten of jouw struik geschikt is om te verplaatsen:
- Jonge struiken (tot 3 jaar oud) zijn doorgaans goed te verplanten. Ze hebben een kleiner en compacter wortelstelsel, waardoor je relatief eenvoudig een stevige kluit kunt meenemen zonder al te veel schade.
- Oudere struiken kunnen vaak ook succesvol worden verplaatst, maar dit vraagt meer voorbereiding. Denk aan het ruim uitgraven van de wortelkluit, het goed voorbereiden van de nieuwe standplaats en het bieden van voldoende nazorg zoals water geven en eventueel beschermen tegen zon of wind.
- Bladverliezende struiken zijn beter bestand tegen verplantingsstress dan bladhoudende soorten. Dit komt doordat ze tijdens de rustperiode geen energie steken in het onderhouden van bladmassa.
- Struiken met diepe penwortels zijn moeilijker te verplanten, omdat hun hoofdwortel lastig volledig mee te nemen is. Voorbeelden zijn bepaalde rozenstruiken of heesters zoals tamarisk. Als je deze toch wilt verplaatsen, wees dan extra voorzichtig met het behouden van zoveel mogelijk zijwortels.
Als je twijfelt over de soort of de aanpak, vraag dan advies bij een tuincentrum of hoveniersbedrijf. Zo weet je zeker dat je de juiste voorbereiding treft voor een succesvolle verplanting.
Wanneer kun je het beste een struik verplaatsen?
Het ideale moment om een struik te verplaatsen is in de late herfst (na de bladval) of vroege lente (vóór de eerste uitloop). In deze periodes is de plant in rust en wordt er minder energie gevraagd van het wortelgestel. Voor bladhoudende soorten geldt: verplanten bij milde temperaturen, liefst in het voorjaar. Vermijd periodes met vorst of extreme hitte.
Benodigdheden voor het verplaatsen van een struik
- Scherpe spade of schop
- Tuinslang of gieter
- Compost of verrijkte potgrond
- Snoeischaar
- Kruiwagen of doek om de kluit te verplaatsen
- Eventueel jute of netgaas om de kluit samen te houden
Stappenplan voor het verplaatsen van een struik
Stap 1: Voorbereiden van de nieuwe standplaats
- Kies een plek met voldoende licht, ruimte en goede drainage.
- Maak de grond los en verbeter deze met compost of humus.
- Graaf een plantgat dat breder is dan de kluit van de struik.
Stap 2: Uitgraven van de struik
- Geef de struik één of twee dagen van tevoren goed water.
- Steek ruim om de struik heen om zoveel mogelijk wortels te behouden.
- Til de struik voorzichtig uit de grond, samen met de kluit.
- Wikkel de kluit in jute of een doek als het transport langer duurt.
Stap 3: Verplanten
- Plaats de struik in het nieuwe plantgat op dezelfde diepte als voorheen.
- Vul het gat aan met aarde en compost en druk de grond stevig aan.
- Geef meteen royaal water.
Stap 4: Nazorg
- Geef de eerste weken regelmatig water, vooral bij droog weer.
- Breng mulch aan rond de voet van de struik om vocht vast te houden.
- Snoei eventueel licht terug om de verdamping te beperken.
Veelvoorkomende fouten bij het verplaatsen van een struik
Ook al lijkt het verplaatsen van een struik een eenvoudige klus, in de praktijk worden er regelmatig fouten gemaakt die de kans op succes aanzienlijk verkleinen. Zeker als je dit voor de eerste keer doet, is het belangrijk om te weten waar je op moet letten. Hieronder bespreken we de meest voorkomende fouten én hoe je ze voorkomt:
- Verplanten op het verkeerde moment: een struik verplaatsen tijdens de zomer of bij vorst zorgt voor extra stress en vergroot de kans op uitval. Kies bij voorkeur voor de late herfst of het vroege voorjaar, wanneer de struik in rust is.
- Te kleine of beschadigde wortelkluit: bij het uitgraven van de struik is het cruciaal om voldoende wortels mee te nemen. Een te kleine of gescheurde kluit verstoort de opname van water en voeding. Steek daarom altijd ruim om de struik heen.
- Nieuwe plek slecht voorbereid: een nieuwe standplaats met harde, droge of voedselarme grond belemmert de groei. Zorg ervoor dat je de bodem verbetert met compost of humus en controleer of er voldoende licht en ruimte is.
- Struik te diep of te hoog planten: een struik moet op dezelfde diepte terug geplant worden als hij eerder stond. Te diep planten kan wortelverstikking veroorzaken, terwijl te hoog planten leidt tot uitdroging van de wortelhals.
- Onvoldoende water geven na verplanten: vooral in de eerste weken na het verplaatsen is regelmatig water geven essentieel. De wortels moeten zich opnieuw vestigen en hebben continu vocht nodig om te kunnen herstellen.
Door deze fouten te vermijden, geef je je struik de beste kans om goed aan te slaan op zijn nieuwe plek en zich in de loop van het groeiseizoen weer sterk te ontwikkelen.
Extra tips voor veelvoorkomende struiksoorten
Niet elke struik reageert hetzelfde op verplaatsing. Sommige soorten zijn sterker en flexibeler, terwijl andere gevoeliger zijn voor wortelverstoring of droogte. Daarom is het handig om per soort te weten wat de aandachtspunten zijn. Hieronder lichten we vier veelvoorkomende struiken toe, zodat je precies weet waar je op moet letten als je ermee aan de slag gaat.
Hortensia
Hortensia’s zijn populair vanwege hun grote bloemen en lange bloeiperiode. Gelukkig laten ze zich meestal goed verplaatsen.
- Verplaats hortensia’s bij voorkeur in de herfst na de bloei, als de sapstroom afneemt.
- Snoei de hortensia de plant licht terug om de verdamping te beperken en herstel te bevorderen.
- Zorg voor een vochtige standplaats met halfschaduw.
Lavendel
Lavendel is een mediterrane plant met een houtige basis, wat hem minder vergevingsgezind maakt bij verplaatsen.
- Alleen jonge lavendelstruiken zijn geschikt om te verplaatsen, en dan het liefst in het voorjaar.
- Zorg voor een droge, goed doorlatende zandgrond op de nieuwe plek.
- Knip de plant licht terug na het verplaatsen, maar vermijd zware snoei van je lavendel.
Rododendron
De rododendron heeft een ondiep en fijn wortelgestel, wat verplaatsen relatief eenvoudig maakt.
- Verplaats bij voorkeur in het voorjaar of de vroege herfst.
- Gebruik zure, luchtige grond (zoals rododendrongrond) op de nieuwe plek.
- Zorg voor beschutting tegen harde wind en felle middagzon.
Vlinderstruik
De vlinderstruik is een sterke groeier die zich makkelijk aanpast aan een nieuwe standplaats.
- Verplaats bij voorkeur in het voorjaar, zodat de plant snel opnieuw kan wortelen.
- Zet de struik op een zonnige plek met goed doorlatende grond.
- Snoei de vlinderstruik na het verplaatsen licht terug om de groeikracht te stimuleren.
Door per soort rekening te houden met de juiste aanpak, vergroot je de kans op een succesvolle herplanting en een vitale struik die opnieuw uitloopt en bloeit.
Veelgestelde vragen over het verplaatsen van een struik
Hoe diep moet ik een struik uitgraven bij het verplaatsen?
Bij het verplaatsen van een struik is het belangrijk om ruim om de plant heen te steken. Idealiter steek je 30 tot 50 cm vanaf de stam, afhankelijk van de grootte van de struik. Zo behoud je een stevige wortelkluit die de hergroei ondersteunt.
Moet ik een struik snoeien vóór of na het verplanten?
Je kunt een struik het beste licht snoeien vlak na het verplanten. Dit helpt om verdamping te beperken en de plant te laten focussen op wortelherstel. Vermijd zware snoei vooraf, want dat kan extra stress veroorzaken.
Hoelang duurt het voordat een struik hersteld is na verplanten?
Een struik heeft gemiddeld één volledig groeiseizoen nodig om volledig te herstellen van het verplanten. Met voldoende water, licht en verzorging zie je vaak binnen enkele weken al nieuwe groei ontstaan.
Kan ik een struik verplaatsen als hij in bloei staat?
Een struik verplaatsen tijdens de bloei wordt afgeraden. In deze periode gebruikt de plant veel energie, en verplanten verhoogt de kans op uitval. Wacht liever tot na de bloei of kies een moment in de rustperiode (najaar of vroege lente).
Wat moet ik doen als mijn struik slap hangt na het verplanten?
Een slap hangende struik is een normaal verschijnsel na het verplaatsen. Geef de plant voldoende water en bescherm hem tijdelijk tegen felle zon. In de meeste gevallen herstelt de struik zich vanzelf binnen enkele weken.