Stekken is een van de meest toegankelijke en voordelige manieren om nieuwe planten te kweken. Of je nu meer van je favoriete struik wilt of gratis boompjes wilt opkweken, met een beetje kennis en geduld kom je al een heel eind. In dit artikel lees je welke struiken en bomen goed te stekken zijn, wanneer je dat het beste kunt doen en hoe je het precies aanpakt.
- Wat is stekken en waarom werkt het?
- Wanneer kun je struiken en bomen het beste stekken?
- Populaire struiken die je goed kunt stekken
- Bomen die je (met succes) kunt stekken
- Wat heb je nodig om struiken en bomen te stekken?
- Stappenplan: hoe steek je een stek?
- Alternatieve methoden om te vermeerderen
- Veelvoorkomende fouten bij het stekken
- Veelgestelde vragen over het stekken van struiken en bomen
Wat is stekken en waarom werkt het?
Stekken is het nemen van een stuk plant, meestal een tak of scheut, dat je laat wortelen zodat er een nieuwe plant uit groeit. Afhankelijk van de plantensoort en het seizoen kies je voor een zachte, halfhoutige of houtige stek. Planten met een sterke groeikracht, zoals vlinderstruik of wilg, wortelen relatief makkelijk. Andere soorten, zoals appel- of perenbomen, vermeerderen zich lastiger via stek en worden vaker geënt.
Wanneer kun je struiken en bomen het beste stekken?
Het moment waarop je het beste kunt stekken hangt sterk af van het type stek en het groeiseizoen van de plant. Door op het juiste tijdstip te stekken vergroot je de kans dat de stekken goed wortelen en uitgroeien tot sterke nieuwe planten. Hieronder leggen we per seizoen uit wat je kunt doen:
Voorjaar (maart – mei)
Het voorjaar is bij uitstek geschikt voor zachte en halfhoutige stekken. De sapstroom komt op gang en de planten zijn actief in groei, wat zorgt voor een sneller en krachtiger wortelproces. Denk bijvoorbeeld aan stekken van salie, lavendel, klimop en rozemarijn. Zorg ervoor dat je stekt op een vorstvrije dag en bij voorkeur in de ochtend, wanneer de plant nog voldoende vocht bevat.
Zomer (juni – augustus)
De zomer is het meest actieve groeiseizoen, vooral voor halfhoutige stekken. Scheuten zijn in deze periode deels verhout maar nog buigzaam. Je kunt nu onder andere lavendel, vlinderstruik, sering en rozemarijn stekken. Zorg voor voldoende luchtvochtigheid rond de stekken, bijvoorbeeld met een plastic kap of door ze op een beschutte plek te zetten.
Najaar (september – oktober)
In het najaar zijn veel planten aan het afronden van hun groeiseizoen. Toch is dit een goed moment om houtige stekken te nemen van bijvoorbeeld vijg, druif of olijfboom. Deze stekken groeien in het voorjaar verder zodra de temperaturen stijgen. Bewaar ze de winter door op een koele, vorstvrije plek of zet ze direct in de volle grond met bescherming.
Winter (november – februari)
In de winter kun je bladverliezende bomen en struiken vermeerderen met zogenaamde winterstekken. Deze verhoute, kale takken worden gesneden nadat het blad is gevallen. Wilg, populier, kornoelje en forsythia zijn bekende voorbeelden. Stekken kunnen vaak direct in de volle grond worden gezet, waar ze in het voorjaar wortels zullen ontwikkelen. Het voordeel is dat de plant in rust is en minder energie verbruikt, wat de overlevingskans van de stek vergroot.
Door rekening te houden met het seizoen en het soort plant, verhoog je de kans op succesvolle beworteling en sterke jonge planten. Plan het stekken dus zorgvuldig en stem je werkwijze af op de tijd van het jaar.
Populaire struiken die je goed kunt stekken
Veel struiken in siertuinen en hagen zijn uitstekend te stekken. Hieronder een greep uit de meest voorkomende soorten:
- Lavendel (halfhoutig, zomer)
- Klimop (Hedera) (jaarrond, liefst voorjaar of herfst)
- Vlinderstruik (Buddleja) (halfhoutig, zomer)
- Hortensia (Hydrangea) (zomerstek, juni-juli)
- Forsythia (winterstek, na bladval)
- Jasmijn (halfhoutig, nazomer)
- Sering (Syringa) (halfhoutig, zomer)
- Rozemarijn (halfhoutig, voorjaar/zomer)
- Kornoelje (Cornus) (winterstek)
- Liguster (zowel zomer- als winterstek mogelijk)
Bomen die je (met succes) kunt stekken
Niet alle bomen laten zich makkelijk stekken, maar sommige soorten bewortelen verrassend goed:
- Wilg (Salix): makkelijk te stekken in water of grond (voorjaar tot winter).
- Populier (Populus): stekken in de late herfst of winter.
- Vijg (Ficus carica): houtige stek in de nazomer of vroege herfst.
- Olijfboom (Olea europaea): halfhoutige stek in de zomer.
- Appel- en perenbomen: stekken mogelijk, maar minder betrouwbaar dan enten.
- Esdoorn (Acer): lastig, maar zomerstek is mogelijk bij jonge scheuten.
- Magnolia: zomerstek, gevoelig voor uitdroging.
Wat heb je nodig om struiken en bomen te stekken?
Een succesvolle stek begint met goede voorbereiding. Dit heb je nodig:
- Scherpe, schone snoeischaar of mes
- Potjes met stekgrond of zaai- en stekgrond
- Stekpoeder (optioneel, maar handig bij houtige stekken)
- Doorzichtig plastic zakje of kweekkap
- Water en een plantenspuit
- Labeltjes om soorten te markeren
Stappenplan: hoe steek je een stek?
- Kies een gezonde scheut of tak van ongeveer 10-15 cm
- Snijd net onder een bladknoop of groeiknop af
- Verwijder onderste bladeren zodat er voldoende steel overblijft
- Dompel in stekpoeder (optioneel)
- Steek in vochtige grond of zet in een glas water (afhankelijk van de soort)
- Bedek met plastic of zet op een lichte plek met hoge luchtvochtigheid
- Houd de grond vochtig en vermijd direct zonlicht
- Wacht 2 tot 12 weken, afhankelijk van soort en seizoen
Alternatieve methoden om te vermeerderen
Niet alle planten wortelen even gemakkelijk via stekken. Sommige soorten vragen simpelweg om een andere aanpak. Gelukkig bestaan er verschillende alternatieve methoden waarmee je struiken en bomen succesvol kunt vermeerderen. Hieronder lichten we drie veelgebruikte technieken toe:
- Afleggen. Dit is een natuurlijke manier van vermeerderen waarbij je een buigzame tak van de plant naar de grond buigt en deze gedeeltelijk onder de aarde legt. Op het punt waar de tak contact maakt met de aarde, zullen wortels ontstaan. Zodra deze wortels sterk genoeg zijn, kun je de nieuwe plant losknippen van de moederplant. Deze methode werkt uitstekend bij onder andere bramen, klimop, kamperfoelie en clematis. Zorg voor lichte druk op het begraven deel, bijvoorbeeld met een steen of kram.
- Scheuren of delen. Sommige struiken groeien vanuit een wortelkluit met meerdere scheuten. Bij deze methode graaf je de hele plant voorzichtig op en splits je de wortelkluit in meerdere delen, elk met wortels en een bovengronds deel. Dit werkt goed bij planten als vlier, framboos, hortensia en siergrassen. Doe dit bij voorkeur in het vroege voorjaar of najaar, wanneer de plant in rust is.
- Zaailingen verplanten. Sommige planten, vooral bomen en heesters, produceren spontaan zaailingen in de buurt van de moederplant. Deze jonge planten kun je met een spa voorzichtig uitgraven, inclusief de wortel, en vervolgens op een nieuwe plek in de tuin planten. Let er hierbij op dat je voldoende wortels meeneemt en plant de zaailing direct terug om uitdroging te voorkomen. Goede kandidaten voor deze methode zijn onder andere lijsterbes, esdoorn, meidoorn en sering.
Deze alternatieve technieken zijn bijzonder handig als stekken niet lukt of wanneer je met soorten werkt die zich van nature op een andere manier vermeerderen. Door meerdere methoden uit te proberen vergroot je je slagingskans én je kennis van plantvermeerdering.
Veelvoorkomende fouten bij het stekken
Hoewel stekken vaak eenvoudig lijkt, zijn er een aantal veelvoorkomende fouten die kunnen leiden tot mislukte of zwakke planten. Hieronder lichten we deze valkuilen toe, zodat je ze kunt vermijden:
- Verkeerd moment gekozen (te koud of te droog). Het seizoen heeft een grote invloed op het succes van stekken. Stekken in de winter zonder bescherming of in een droge hittegolf kan ertoe leiden dat de stekken uitdrogen of rotten nog voor ze wortels ontwikkelen. Kies het juiste moment, passend bij het soort stek (zomerstek, winterstek, etc.).
- Te veel blad of bloemen laten zitten. Bladeren verdampen vocht en bloemen vragen veel energie van de stek. Laat alleen een paar bladeren aan de top zitten en verwijder eventuele bloemknoppen. Zo kan de stek zijn energie richten op wortelvorming.
- Slechte drainage of te natte grond. Te natte of compacte grond leidt snel tot rotting van de stek. Gebruik altijd luchtige stekgrond of zaai- en stekgrond, en zorg dat overtollig water goed kan weglopen.
- Stek zonder knoop of groeipunt genomen. Wortels ontstaan meestal uit een bladknoop of groeiknop. Zonder deze structuur maakt de stek geen kans op wortelvorming. Let goed op bij het afsnijden dat je onder een knoop knipt.
- Onhygiënisch gereedschap gebruikt (kans op schimmel). Vies gereedschap kan schimmel of bacteriën overbrengen. Reinig je snoeischaar of mes altijd met alcohol of heet water voor gebruik.
- Geen geduld hebben. Het kan weken tot maanden duren voor er wortels ontstaan, zeker bij houtige stekken. Raak niet ontmoedigd als je niet meteen resultaat ziet. Controleer voorzichtig op voortgang en geef de stek voldoende rust en stabiliteit.
Door aandacht te besteden aan deze punten vergroot je de kans op sterke, gezonde nieuwe planten die jarenlang meegaan in je tuin.
Veelgestelde vragen over het stekken van struiken en bomen
Kun je elke struik of boom stekken?
Sommige soorten zijn lastiger en worden beter geënt of via afleggen vermeerderd.
Hoe weet ik of een stek is aangeslagen?
Als de stek weerstand biedt bij zacht trekken of als er nieuw blad verschijnt, is de stek aangeslagen.
Heb ik stekpoeder nodig?
Stekpoeder is niet altijd noodzakelijk, maar wel nuttig bij houtige stekken of soorten die moeilijk wortelen.
Wanneer kan ik de stek buiten uitplanten?
Plant je stekken uit als er voldoende wortels zijn gegroeid, dit is meestal in het voorjaar of najaar.
Wat is het verschil tussen zomerstek en winterstek?
Zomerstekken zijn zacht en wortelen snel. Winterstekken zijn houtachtig en vragen meer tijd, maar zijn vaak sterker.
Hoelang duurt het voordat een stek wortels krijgt?
Dat varieert: zachte stekken zoals lavendel doen er 2-4 weken over, houtige stekken zoals wilg of populier 6-12 weken.